'Hoe kunnen we diverse groepen beter betrekken, zodat wij in plaats van een podium of een gezelschap, een huis zijn?’
Van óp het podium, naar het geven ván een podium aan diversiteitsvraagstukken voor een gemengd publiek. Bora Sirin is sinds drie maanden aan de slag als hoofd communicatie bij Maas theater en dans in Rotterdam. Naar eigen zeggen is hij een ‘theaterfanaat,’ met overduidelijk kriebelende handen om alle kansen die hij ziet te pakken.
Hoe kom je van theaterfanaat tot theatercommunicatie?
‘Ik ben van origine professioneel danser, maar het dansleven is vrij zwaar en niet per se heel stabiel. Dat vond ik lastig, dus op een gegeven moment heb ik besloten een master te doen en zo ben ik in de marketingcommunicatie gerold. In eerste instantie werkte ik in het bedrijfsleven, maar uiteindelijk realiseerde ik me: ik vind het marketingcommunicatiewerk an sich leuk, maar ik doe het niet voor de dingen waar ik om geef. Omdat ik uit de danswereld kwam en theater heel erg mijn ding was toen ik opgroeide, bedacht ik dat ik weer terug moest naar de culturele sector. Het is misschien niet de best betaalde sector om voor te werken, maar het is wel een hele leuke. Ik vermaak me een stuk beter dan in het bedrijfsleven en ik heb meer feeling met de mensen en natuurlijk met het product.’
Dat lijk me niet niks, met 36 jaar al aan een tweede carrière.
‘Een carrièreswitch is niet voor alle dansers even makkelijk of vanzelfsprekend. Dus ik ben blij dat ik iets nieuws heb gevonden waar ik enthousiast over ben en ik ben best trots dat ik me binnen redelijk korte tijd heb opgewerkt tot hoofd van een afdeling en lid van het management team.’
Want nu verruil je Amsterdam voor een nieuwe functie in Rotterdam, zin in?
‘Ja, ik heb wel even getwijfeld, de reistijd is best lang. Ik had ook eigenlijk helemaal geen behoefte om weg te gaan uit Amsterdam qua werk, ik vond mijn baan en mijn collega's heel leuk. Ik zat in een vast contract, het is corona, waarom zou ik weg gaan? Maar ik kwam er al vrij snel achter dat waar Maas naar op zoek was echt in mijn straatje paste. De uitdaging en potentie die ik zag trokken me toch over de streep.’
‘De uitdaging en potentie trokken me over de streep.’
‘Ik kende Maas al en ik was onder de indruk van hoe zij marketing deden, gestructureerd en professioneel. Ik wil graag werken voor een organisatie waar ik achter het product sta, maar ook waarvan ik vind dat wat ze al doen heel goed is. Ik vind het leuk om te kijken hoe ik dat kan combineren met mijn eigen visie en stijl en dan iets kan creëren wat ook weer goed werkt voor Maas.’
Heb je al mooie plannen bedacht de afgelopen drie maanden?
‘Nou, ik heb wel ideeën. Ik wil me meer focussen op sfeer en content en wat minder op de traditionele marketing technieken, dus van gestandaardiseerd naar customized. Daarnaast wil ik kijken hoe we veel meer een statement kunnen maken als organisatie en meer kunnen uitdragen waar we voor staan. Content maken voor een beter verhaal eigenlijk.’
Wat is dat verhaal van Maas, waar staan ze voor?
‘Ik denk dat de focus op het abnormale en de minderheid Maas bijzonder maakt. We kijken naar wat de verschillende groepen zijn waarvoor en waarmee we maken en hoe we dat “voor-en-door-maakgevoel” ook kunnen geven aan ons publiek. Hoe kunnen we diverse groepen beter betrekken, zodat wij in plaats van een podium of een gezelschap, een huis zijn?’
‘Dat is tot nu toe nog niet zo goed gelukt denk ik en dat is wel wat ik graag wil doen. Volgens mij zijn wij uitgesproken queer als organisatie, maar we zien het nog niet terug in de mensen die bij ons over de vloer komen. Zelfs al is Rotterdam veel meer gevarieerd dan Amsterdam, ons publiek is nog overwegend wit. Daar mogen we wat brutaler in zijn, een goed voorbeeld is dat we afgelopen Sinterklaas een weekend organiseerden: “Maas gelooft niet in Sinterklaas,” met programma's en voorstellingen over discriminatie en ongelijkheid. Tegen zwarte Piet zijn is niet meer zo heel shocking, maar we hebben die discussie wat verbreedt: hoe is Sinterklaas wel voor iedereen?’
Hoe wil je dat diverse publiek toch bereiken?
‘Om een ander publiek aan te spreken heb je ook in de organisatie meer diversiteit nodig. Ik denk dat ik die twee doelgroepen beter weet aan te spreken dan wat misschien in de organisatie tot nu toe mogelijk was, omdat ik zelf een Turkse achtergrond heb en queer ben. Als je zelf onderdeel bent van de gemeenschap dan is het zoveel makkelijker om de doelgroep aan te spreken. Je moet de taal kunnen spreken. Opgroeien met een niet-blond en niet-Nederlands uiterlijk zorgt er voor dat je anders naar de wereld kijkt en dat je anders benaderd wordt. Op twee manieren pas ik eigenlijk niet binnen de samenleving, daardoor wordt je gevoeliger voor kwesties rondom minderheden.’
Staat er een bepaalde kwestie bovenaan je wensenlijstje?
‘Er is niet echt één vraag. We zijn vooral aan het kijken hoe we bijvoorbeeld meer thematisch kunnen werken, dus we doen misschien een weekend over hiphop, of een weekend over queergenderonderwerpen, er komt een zomerfestival over circus. Binnen die verschillende thema's vind ik het interessant om te kijken hoe we diversiteitsvragen duidelijker naar voren kunnen brengen zonder te framen. Ik wil, in plaats van dat we zeggen: “dit is queer,” juist ook dingen ernaast zetten die niet queer zijn, zodat we kunnen vragen: “hoe niet-queer is dit dan? Wat betekent dat? Wat is queer überhaupt?” Dat je juist meer vragen oproept dan je beantwoord.’
“Dat we de juiste vragen stellen met ons werk en dat we de juiste mensen bereiken. Dat is het belangrijkst”
Wat hoop je te bereiken de komende twee jaar?
‘Uiteindelijk gaat het er bij mij niet zozeer over of er genoeg kaartjes zijn verkocht voor een voorstelling of dat we een prijs winnen voor beste productie. Hebben wij het gevoel dat we de juiste vragen stellen met ons werk en dat we de juiste mensen bereiken? Dat is denk ik het belangrijkst.’