Dat je in een management of directiefunctie wel degelijk creatief aan de slag kunt, dat bewijst de nieuwe directeur van het Mommerskwartier Jochem Otten. Hij is bezig met hoe wij kijken naar kunst, cultuur en musea, waarin ook inclusie een grote rol speelt. Jochem houdt van verandering, dus het aankomende proces rondom de realisatie van het museumkwartier in Tilburg en een grote verbouwing van Het TextielMuseum doet zijn handen al jeuken.
’Textiel zit in alle culturen verweven, het is van iedereen en het is het eerste waar je na je geboorte bescherming in vindt. Met de keuzes die wij maken in textiel, kleding of interieur, vertellen we wie we zijn en waar we voor staan.’
Een nieuwe grote stap, directeur van het Mommerskwartier, hoe ben je hier terecht gekomen?
‘Toen ik jonger was, produceerde ik zelf. Van muzikant tot vormgever, illustrator, model maker ik heb heel veel verschillende dingen gedaan, maar rond mijn dertigste kwam ik erachter dat ik toch het beste tot mijn recht kom als ik die know-how inzet aan de management kant. Ik kwam terug in het management van mijn oude school, de Design Academy Eindhoven, en later werd ik directeur van De Cacaofabriek en Het Speelhuis in Helmond. Ik ken Het TextielMuseum al uit mijn periode bij Design Academy Eindhoven. We hebben een gezamenlijke minor ontwikkeld en ik werd direct geraakt door de dynamiek waarbij historie, actualiteit en toekomst samen komen. Toen al dacht ik: als ik hier in de toekomst ooit nog eens iets mag gaan doen, dan zal ik het niet nalaten.’
"Ik vind wat ik nu doe het summum van vormgeven.”
Als je bezig bent in zo’n creatieve wereld, gaat het dan nooit kriebelen dat je zelf weer aan de makerskant wil staan?
‘In mijn tijd als directeur van Het Speelhuis in Helmond zaten we in eerste instantie tijdelijk in een kerk omdat het voormalige theater was afgebrand. Al snel werd duidelijk dat zowel het publiek als de artiesten die kerk omarmden als hun nieuwe theater. Toen hebben we het helemaal mogen verbouwen. We hebben een soort glazen paviljoen om de kerk heen gezet waar als het ware de kerk nu uitgroeit. Een heel futuristisch pand met tegelijkertijd ook heel veel historie, die ontwikkeling vond ik gewoon fantastisch om te mogen doen.’
‘Je ziet ook dat als je fysiek mag veranderen, dat een organisatie bereid is om grotere stappen te maken. Iedereen voelt aan dat als je een nieuw pand krijgt met nieuwe mogelijkheden dat je organisatiestructuur, werkwijzes en systemen, misschien ook net even anders moeten. Een theater verbouwen doe je niet voor het verleden. Dus ga je heel expliciet opnieuw de vraag stellen: Waarom zijn we er? Voor wie? En wat moeten we uitstralen om die mensen ook hun comfortzone te bieden?’
‘Ik vind dat een heel creatief proces. Dat is ook vormgeven, maar dan aan een organisatie, aan systemen, aan mensen en hoe dat samen gaat. Dus ik vind wat ik nu doe eigenlijk het summum van mogen vormgeven.’
Welke rol speelt inclusie en diversiteit binnen het komende veranderingsproces van Het TextielMuseum?
‘Zoals ik het voor me zie, heeft een museum meerdere ingangen, letterlijk en figuurlijk. Wat bijvoorbeeld nog vaak voorkomt is dat een museum in een wijk staat, maar dat die wijk weinig met dat museum heeft. Dat geldt hier ook nog wel, dus we denken na over de mogelijkheid om bijvoorbeeld een Repair Café te starten voor omwonenden, een uitnodigende achterom waardoor het museum ook van de wijk wordt.’
‘Je moet nadenken over verschillende doelgroepen die via verschillende ingangen binnenkomen en daar bewust beleid op voeren. Soms is dat een tentoonstellingskeuze, maar dat kunnen ook hele specifieke projecten zijn. We hebben hier bijvoorbeeld het project bindweefsel lopen, waarbij een groep met een diversiteit aan culturen samen werkt aan één project. Als je zo’n groep mensen ziet, daar ontstaan echt nieuwe verbindingen. Dat zijn intensieve projecten die je misschien niet in bereik en bezoekersaantallen kan uitdrukken, maar wel van grote waarde zijn.’
“Je kan het heel lang hebben over inclusie, maar hoe maak je het nou concreet?”
Welke ervaringen op het gebied van inclusie en diversiteit neem je mee uit je voorgaande functies naar het Mommerskwartier?
‘In mijn ervaring kun je het heel lang hebben over inclusie in de vorm van beleidsstukken, maar hoe maak je het nou concreet? In de samenwerking Wonka waar we als Het Speelhuis en De Cacaofabriek onderdeel van waren, hebben we gekeken naar de mensen in onze organisaties die zich op een natuurlijke wijze goed verhouden met bepaalde doelgroepen. We wisten bijvoorbeeld van iemand dat die onder één dak woonde met een familielid die behoefte had aan prikkelarm aanbod. Zo iemand kon zich letterlijk ergeren aan een theater dat daar onvoldoende rekening mee houdt. Zo kwamen we op het idee om diegene kwartiermaker te maken op dat onderwerp. Want als het bij iemand echt dicht op de huid zit dan weet je ook zeker dat die niet meer los laat totdat zaken echt verbeteren. Het werken met kwartiermakers vond ik wel een succesverhaal wat ik ook hier al aan het pitchen ben.’
Wat hoop je te bereiken de komende jaren met Het TextielMuseum?
‘Ik hoop dat wij het meest dynamische museum van Nederland worden. Wat dat betreft is het een kwestie van het DNA, wat in de basis al aanwezig is, verder uitbouwen. Het TextielMuseum brengt als enige ter wereld álles rond textiel samen: inspiratie, verdieping, erfgoed, vakmanschap, creatie, innovatie, educatie, debat en ondernemerschap. Omdat we die positie hebben verworven in de afgelopen decennia kunnen we vandaaruit ook verschil gaan maken. Er valt nog veel te verbeteren in de textiel en mode sector. We gaan zeker niet met het vingertje wijzen, maar Het TextielMuseum is wel de plek waar we kunnen laten zien dat het anders kan, dat er alternatieven zijn. We willen verandering veroorzaken door te inspireren.’
(Interview en tekst door Jetske Christoff Venema @ 2023)